Neem de school als uitgangspunt. Draai het systeem van onderwijsfinanciering om. En geef de school de zeggenschap over het geld en hoe zij dat wil besteden. Dat is de aanbeveling op grond van twee jaar onderzoek naar de geldstromen door de school.
Als je nadenkt over wat een basisschool is, dan zie je een leerkracht voor je, met leerlingen in een lokaal, een schoolplein en een conciërge. In wezen heel simpel. Zo zou het ook met het onderwijsgeld moeten zijn. Dat blijkt in werkelijkheid echter heel anders.
Ingewikkelde kluwen
In 2016 kwam Marije van den Berg van Democratie in Uitvoering naar Geldstromen door de Wijk met de vraag of we wilden meewerken aan een onderzoek naar de geldstromen door de school van haar kinderen. In eerste instantie om te kijken: wat kan er meer op onze school met hetzelfde geld? Samen met de schoolleiding, Ouders en Onderwijs en de gemeente Leiden gingen we aan de slag. Al gauw schreven we in onze zoektocht vele flappen vol en kwamen we langs allerlei stromen en stroompjes uiteindelijk bij OCW terecht. De geldstromen door de school bleken een ongelofelijk ingewikkelde kluwen.
10 cent verschuiven
We ontdekten ook: van elke euro die OCW aan het basisonderwijs uitgeeft, komt slechts 52 cent aan in de klas. Waar is dan die andere 48 cent van OCW gebleven? Tegen de stroom op kom je dan langs de directeur van de school, de bestuurder van de onderwijsstichting en de raad van toezicht, langs de organisatie voor passend onderwijs, het vervangingsfonds voor als een leraar ziek is, een aantal gemeentelijke afdelingen en nog een paar instellingen met een directie, een staf, een bestuur en een raad van toezicht. Daar zitten allemaal nuttige dingen tussen, maar je kunt je afvragen of daarvoor de helft van het geld nodig is. Kan dat niet efficiënter en kan er niet meer geld rechtstreeks naar de klas? Tien cent per euro verschuiven naar de klas betekent meer geld voor het onderwijs direct aan leerlingen. Daar kan een leerkracht heel wat mee doen: een hulp er bij, een nieuwe methode, laptops, al wat voor zijn leerlingen het beste is.
Begin bij de school
Alleen: de school kan nauwelijks over die verschuiving besluiten. Die keuzes worden buiten de school gemaakt, omdat de helft van het geld buiten de school al verdeeld en bestemd is. Volgens ons moet daarom de zeggenschap over onderwijsgeld bij de scholen komen. Scholen kunnen zelf, samen met ouders, prima keuzes maken over waar zij het geld aan moeten uitgeven, welke expertise ze moeten inhuren, waar ze slim kunnen samenwerken. En ze weten ook het beste welke uitgaven niet bijdragen aan de onderwijskwaliteit op hun school. Daarom zeggen we: keer het om, begin met de bekostiging van het onderwijs op de school en leg daar de zeggenschap neer.
Reuring
Over geld en onderwijs worden op dit moment heel wat discussies gevoerd. De Onderwijsraad, de Tweede Kamer, de Minister, de PO-Raad, de leraren, ouders, ze willen of moeten er allemaal wat over zeggen (en er ook wat over te zeggen hebben – wat een stapje verder gaat). Ons onderzoek heeft inmiddels ook wat stof doen opwaaien. We presenteerden het bij OCW, de Volkskrant wijdde er drie pagina’s aan en het gaat rond op de sociale media. Er is ook een website: Geldstromen door de School. Daar staan onze aanbevelingen, de uitkomst en de verantwoording van het onderzoek en filmpjes die het allemaal nog eens uitleggen. Wil je die stroompjes en stromen zelf nalopen, dan kan dat via een link naar die ingewikkelde kluwen. Wil je zelf aan de slag met de geldstromen door jouw school, wil je met ons meedoen, heb je interessante informatie of wil je nog meer weten, neem dan gerust contact met ons op. Wij zijn nog lang niet klaar met de Geldstromen door de School.